De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding liegt – Ad Nuis
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding liegt – Ad Nuis
Dit is het derde en laatste deel van het betoog van Ad Nuis over het recente rapport van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTV), “De verschillende gezichten van het coronaprotest”.
Volgens Nuis slaat de NCTV de plank behoorlijk mis. Zo wordt er gezegd dat “een kleine minderheid” de protesten op het Museumplein en Malieveld kaapte. Maar dat is een leugen: het was de politie zelf die dat deed.
Ook beweert de NCTV dat “radicale uitingen gemeengoed kunnen worden”, “polarisatie kan toenemen” en “parallelle werkelijkheden kunnen ontstaan” wanneer “feiten structureel worden betwist en een gemeenschappelijke werkelijkheidsbeleving onder druk komt te staan. In beide gevallen is de afname van het vertrouwen in de democratische rechtsorde – en daarmee een voedingsbodem voor extremisme – een mogelijk gevolg.”
Maar Nuis weerspreekt dat “feiten worden betwist”.
“Waar heeft de NCTV het over? Er is een fundamenteel verschil van inzicht over wat er aan de hand is. Als je over feiten spreekt kan je het bijvoorbeeld hebben over de mortaliteit van het virus. Deze mortaliteit rechtvaardigt de maatregelen niet meer. Of het feit dat de IC niet wordt opgeschaald. Over dit feit mag niet gesproken worden. Over het feit dat corona nog steeds op de A-lijst van ernstige ziektes staat terwijl de cijfers, dus de feiten dit weerleggen.”
Als er iemand is die speelt met de corona-feiten is het de overheid zelf, stelt Nuis. “De gemeenschappelijke werkelijkheid. Wat is dit, verklaar je nader NCTV? Bestaat er zoiets als de gemeenschappelijke werkelijkheid? Is dat de werkelijkheid van de overheid? Allemaal geloven in een en dezelfde werkelijkheid. Dat wordt op de lange termijn natuurlijk niets. Dat heeft de geschiedenis uitgewezen.”
Volgens de NCTV kan het ontbreken van een gezamenlijke werkelijkheid leiden tot een afname van het vertrouwen in de democratische rechtsorde en daarmee een voedingsbodem zijn voor extremisme. Maar “een democratische samenleving bestaat en gedijt juist bij een zo pluriform mogelijk karakter, bij vragen stellen, bij kritische burgers, een open discussie, bij liefde en verbinding,” werpt Nuis tegen. “Alles wat nu wordt bestreden uit naam van de gezamenlijke werkelijkheid en de democratische rechtsorde en extremisme juist in de hand werkt.”
Of zou dat juist de opzet zijn, vraagt Nuis zich af. “Een alibi om straks harder te kunnen optreden?”